Nog even en dan zat zijn laatste dienst er op. RBL1976 keek om zich heen. Nergens onraad, alles was zoals het hoorde. Mooi. Dan kon hij straks met een goed gevoel zijn taak overdragen aan de jongere generatie. Om daarna zijn bestaan te eindigen ergens diep in het centrum van zijn wereld. En daar had RBL1976 vrede mee. Want ook dat was zoals het hoorde. Iedereen die niet meer van nut was werd uit het systeem verwijderd. Dus ook hij. Maar nu nog niet. Eerst zijn laatste dienst afmaken, hier aan het uiteinde van de wereld.
Plots was het alsof RBL1976 achteruit werd getrokken. Omkijkend zag hij in de verte dat er een scheur in de grens was gekomen, en met gigantische kracht werd alles en iedereen om hem heen richting dat gat gestuwd. Erger nog, er doorheen geduwd. Waarheen wist hij niet. Was er überhaupt iets buiten zijn wereld? Wat was er voorbij de grens? Dat soort vragen stelde RBJ1976 zichzelf nooit. Hij deed gewoon zijn werk. Dat moest hij nu ook doen, en snel. Gelukkig zag hij al een grote hoeveelheid van zijn collega’s, net als hij volledig in het rood, in volle vaart op het gevaar afstormen. Met te veel vaart. Vol afschuw zag hij het onvermijdelijke gebeuren. Die hele eerste groep van collega’s werd net zo hard als iedereen door de grens die “andere” wereld ingejaagd. De druk was gewoon te groot.
Terwijl RBL1976 op het gat afstormde probeerde hij te bedenken wat hij moest doen. Alles in hem schreeuwde het uit dat hij moest voorkomen dat ook hij door dat gat verdween. Gravend in zijn geheugen herinnerde hij zich zijn training. Hij had hierover geleerd. Dit kwam vaker voor, dit soort grensbreuken. Slechts enkele generaties maakten het mee, dus was er geen nadruk opgelegd. Maar nu RBL1976 weer de instructies door zijn hele wezen hoorde galmen wist hij precies wat hij moest doen. Nu hij het gat naderde zag hij dat enkele van zijn collega’s ook hadden geweten wat ze moesten doen.
Zelf verloren hadden ze toch correct gehandeld, hun BP’s losgelaten op de randen van het gat. De meesten daarvan grepen zich vast, en haakten in elkaar. Anderen redden het niet, maar schoten draden alle kanten op om een net te creëren. Terwijl RBL1976 zichzelf in dat net vastgreep zag hij dat het licht van die “andere” wereld werd afgedekt door een zacht wit scherm. Om hem heen grepen steeds meer van zijn collega’s zich vast, de stroom blokkerend. Het gat vullend met hun lichamen. Ook RBL1976 besefte zich dat dit zijn dood betekende. Maar ach, zijn dienst zat er toch op.
Saskia haalde de tissue van haar hand en bekeek de haal er onder. Ze knikte tevreden, en terwijl ze de bebloede prop in de prullenbak gooide keek ze de boosdoener aan.
‘Nou, Momo. Je hebt geluk. Het is alweer gestopt met bloeden. Krijg je toch nog eten vanavond.’ Glimlachend aaide ze de druk miauwende kitten. ‘Maar iets meer geduld voortaan, ok?’